With Concrete, it is not only to calculate rectangular cross-sections, but also T, I, L and Z-sections, and they may vary by zone.
- In case a beam with constant section, it can be entered in the “Structure and Loads window” with the mouse clicking in the top right rectangle. This rectangle is the outline of the beam cross section.
- In case of a beam with variable sections, the section can also be added per zone by activating the variable sections feature (click on
which changes to 
) and then by clicking on the section sketch below the relevant zone. Again the dialog above appears, but now only valid for the one zone.
In this dialog box the dimensions of the flanges can be adapted.
Four flanges are possible: two upper flanges and two bottom flanges, one each left and right flange. The width of the flanges (the dimensions a, b, c and d) can be both a positive and a negative value, negative values are used to cut a rectangle from the web of the beam (a “bite” from the web), positive values indicate a flange on the body. The flange thickness (the dimensions e, f, g and h) have always positive values (or zero).
Note that the width, height and height 1° phase can be changed.
 |
 |
| ‘Negative’ flange | ‘Positive’ flange |
In the dialog window “Parameters of concrete” you can indicated whether the weight of the flanges will be considered or not.
If in the dialog window “Parameters of reinforcement steel” the option to display the transverse reinforcement in the flanges is checked, you will see the “Reinforcement Sketch” dialog example from below.
As for the transverse reinforcement in the body, there is a dimension line with the above circled letter “a”, “b” and below the respective figures, all in italics. The circled letters are again referring to the information on the right, the numbers below are the distances over which these zones are valid. The right information includes the number of required reinforcing steel mm² (perpendicular to the plane of the drawing) per m length of the beam. Negative values give an indication of the amount of reserve. The designation of the reserve can sometimes be important: the standard requires only a weighted average of the distance between a zero point and a time limit. ConCrete, however, a more precise indication: areas where the moment increases faster, get more transverse reinforcement allocation than areas where less time is rapidly increasing. It is entirely possible that ConCrete indicates that a certain zone no transverse reinforcement is required (reserve) and in the zone next to it, while the averaging according to the standard no transverse reinforcement is required, hence the program indicates how much the reserve, so we these values can optionally averaging over all time zones located between zero and maximum. In case of unequal left and right flange, the sheer reinforcement ConCrete proposes is valid for both flanges.
Met ConCrete is het mogelijk om niet alleen rechthoekige doorsnedes, maar ook T-, I-, L- en Z-secties in te voeren, en dit eventueel verschillend per zone.
- In het geval het een ligger met constante sectie betreft, kan zo’n sectie ingevoerd worden door in het “Belastingsschema“-venster te klikken op de doorsnedeschets van de ligger.
- In geval van een ligger met veranderlijke secties, kan de sectie ook per zone gewijzigd worden door eerst de variabele doorsneden te activeren (klik op zodat die verandert in ) en daarna op de doorsnedeschets onder de te wijzigen zone te klikken. Opnieuw verschijnt het dialoogvenster uit Figuur 57, maar nu slechts geldig voor die ene zone.
In dat dialoogvenster kunnen de afmetingen van de flenzen aangepast worden.
Er zijn vier flenzen mogelijk: twee bovenflenzen en twee onderflenzen, telkens een linker- en een rechterflens. De breedte van de flenzen (de afmetingen a, b, c en d) kunnen zowel een positieve als een negatieve waarde hebben; negatieve waarden worden gebruikt om in een hoek een rechthoekje uit het lijf van de balk weg te laten (een “hap” uit het lijf te halen), positieve waarden betekenen dat er een flens aan het lijf aangezet wordt. De flensdiktes (de afmetingen e, f, g en h) moeten steeds positieve waarden zijn (of nul).
Merk op dat ook de breedte, hoogte en hoogte 1° fase kunnen gewijzigd worden.
|
|
| ‘Negatieve’ flens | ‘Positieve’ flens |
In het dialoogvenster “Parameters beton” kan aangeduid worden of het eigengewicht van de flenzen in rekening gebracht moet worden of niet.
Is in het dialoogvenster voor de parameters van het wapeningsstaal specifiek om de dwarswapening in de druktafels te tonen gevraagd, dan ziet het “Wapeningsschets“-venster er bijvoorbeeld uit zoals hierboven.
Net zoals voor de dwarswapening in het lijf, staat er een maatlijn met erboven de omcirkelde letters “a”, “b” en eronder de respectievelijke getallen, allen in cursief gedrukt. De omcirkelde letters zijn opnieuw een verwijzing naar de informatie rechts, de getallen eronder zijn de afstanden waarover die zones geldig zijn. De informatie rechts bevat het aantal mm² vereiste wapeningsstaal (loodrecht op het vlak van de tekening) per m lengte van de balk. Negatieve waarden geven een aanduiding omtrent de hoeveelheid reserve. De aanduiding van de reserve kan soms belangrijk zijn: de norm vereist slechts een gewogen gemiddelde over de afstand gelegen tussen een momentennulpunt en een momentenmaximum. ConCrete geeft echter een meer precieze aanduiding: zones waar het moment sneller stijgt, krijgen meer dwarswapening toegewezen dan zones waar het moment minder snel stijgt. Het is dus volstrekt mogelijk dat ConCrete aangeeft dat er in een bepaalde zone geen dwarswapening nodig is (reserve) en in de zone ernaast wel, terwijl de uitmiddeling volgens de norm geen dwarswapening vereist; vandaar dat het programma aangeeft hoeveel de reserve bedraagt, zodat we desgewenst deze waarden kunnen uitmiddelen over alle zones die gelegen zijn tussen momentennulpunt en -maximum. In geval van ongelijke linker- en rechterflens, voldoet de afschuifwapening die ConCrete voorstelt voor de beide flenzen.
Avec ConCrete, il est loisible d’introduire non seulement des sections rectangulaires, mais aussi des sections T, I, L et Z. De plus, les sections peuvent différer de zone en zone.
- Dans le cas d’une poutre ayant une section constante sur toute sa longueur, vous pouvez introduire une telle section en cliquant avec la souris dans le rectangle gris figurant au coin supérieur droit de la fenêtre “Structure & charges“. En effet, le rectangle représente la section de la poutre:
- Dans le cas d’une poutre à section variable, vous pouvons modifier la section zone par zone en cliquant sur l’esquisse de la section de la zone considérée. De nouveau, la fenêtre de dialogue s’affiche à l’écran. Cette fois-ci, elle n’est valable que pour cette seule zone.
Dans cette fenêtre de dialogue, vous pouvez introduire les dimensions des membrures. Il vous est possible d’introduire quatre membrures: deux membrures supérieures et deux membrures inférieures, chaque fois une à gauche et une à droite. La largeur des membrures (les dimensions a, b, c et d) peuvent avoir des valeurs positives ainsi que des valeurs négatives; des valeurs négatives sont utilisées pour découper un petit rectangle de l’âme de la poutre, des valeurs positives signifient qu’une membrure est ajoutée à l’âme. L’épaisseur des membrures (les dimensions e, f, g et h) doivent impérativement avoir des valeurs positives (ou zéro).
Remarquez que vous pouvez aussi modifier la largeur, la hauteur et la hauteur de la première phase.
|
|
| Valeurs négatives | Valeurs positives |
Vous pouvez indiquer dans la fenêtre de dialogue pour les paramètres du béton si ConCrete doit oui ou non ajouter le poids propre des membrures.
Vous pouvez indiquer dans la fenêtre de dialogue pour les paramètres de l’acier de montrer ces armatures transversales, la fenêtre “Croquis d’armatures” apparaît telle que représentée ici en bas.
Comme pour l’armature transversale de l’âme, on retrouve une ligne de cotes surmontée cette fois-ci des lettres entourées “a”, “b” et “c” en- dessous desquelles figurent les nombres “1.08”, “1.04” en “0.88”, en italique. Les lettres entourées ont de nouveau trait à l’armature transversales dans les membrures et constituent les références des informations affichées à la droite de la poutre. Les nombres se trouvant sous la ligne indiquent les distances, exprimées en m, auxquelles les zones sont valables. Les informations affichées à la droite de l’écran, indiquent la quantité d’acier exigée en mm² (perpendiculaire au plan du dessin) par m longueur de poutre. Des valeurs négatives nous donnent une idée de la réserve. Cette indication de réserve peut être intéressante: la norme ne limite que la moyenne sur la distance entre le moment zéro et le moment maximum. ConCrete vous donne une indication plus précise : des zones où le moment augmente plus auront plus d’armatures transversales que les zones où le moment augmente moins. C’est donc tout-à-fait possible que ConCrete indique dans une certaine zone une réserve et dans la zone adjacente une quantité d’acier exigée, et que la norme n’exige aucune armature transversale; ConCrete vous indique la réserve enfin de vous donner la possibilité de calculer la moyenne sur toutes les zones qui se trouvent entre le moment zéro et le moment maximum.
