Point loads can be applied on bars according to the global coordinate system. Moments on bars can be applied around the global Z-axis.
To apply the load:
- Select the relevant bar(s) and click on the button
. This dialog will appear:
- Specify the orientation of the load and enter its magnitude. The direction of the arrows always indicates the positive direction of the load.
The representation of these loads rotates with the representation of the XY-coordinate system if you have chosen a perspective view. - Enter the distance of the load in relation to the start point (= point 1) of the bar.
The start point of a bar, is always the point with the smallest x-coordinate, or if the x-coordinates are equal, the smallest y-coordinate. The distance can be a numerical value or a fraction of the bar length L.
The magnitude of the concentrated loads and moments can be defined by entering the appropriate numerical values or can be calculated by 1•2•Build using the Load descent-function.
Puntlasten kunnen op staven aangebracht worden volgens het globale X-Y assenstelsel van de structuur. Momenten worden steeds gedefinieerd om de globale Z-as.
Om de last te definiëren:
- Selecteer de gewenste staven en klik op het icoon . Onderstaand venster verschijnt:
- Selecteer de gewenste belasting en vul de grootte in. De richting van de pijlen duiden steeds de positieve richting van de belasting aan.
De voorstelling draait mee met de voorstelling van het XY-assenstelsel als u voor een perspectiefzicht kiest. - Vul de afstand van de belasting ten opzichte van het beginpunt (= het punt met nr. 1) van de staaf in. Het beginpunt is steeds het punt met de kleinste x-coördinaat, of indien deze voor beide punten gelijk is, met de kleinste y-coördinaat. De afstand kan een numerieke waarde zijn of een fractie van de staaflengte L.
De grootte van de lasten kan worden gedefinieerd door rechtstreekse ingave van de passende getalwaarden, of kan door 1•2•Build worden berekend aan de hand van de lastendalingsfunctie.
Dit artikel bevat dezelfde informatie als de Referentie handleiding van 1•2•Build. De volledig handleiding kan u hier vinden.
Les charges ponctuelles peuvent être appliquées sur les barres selon les axes globaux. Des moments sur les barres peuvent être appliqués autour de l’axe Z global.
Pour appliquer la charge :
- Sélectionnez la ou les barres concernées et cliquez sur le bouton . La boîte de dialogue suivante apparaît:
- Spécifiez l’orientation de la charge et entrez sa taille. Le sens des flèches indique toujours le sens positif de la charge.
La représentation de ces forces tourne avec la représentation du système de coordonnées X-Y si vous avez choisi une vue perspective. - Entrez la distance de la charge par rapport du début de la barre (= point 1).
Le point de début d’une barre est toujours le point avec la plus petite coordonnée x, ou si les coordonnées x sont égales, la plus petite coordonnée y. La distance peut être une valeur numérique ou une fraction de la longueur de la barre L.
La largeur des charges peut être définie en saisissant directement les valeurs numériques. Mais peut être aussi calculée par 1•2•Build à l’aide de la fonction de descente de charges.
Cet article contient les mêmes informations que le Guide de référence de 1•2•Build. Le manuel complet peut être trouvé ici.
